drecht kon varen. Zijn handel moest hij echter langen tijd staken, daar de Maas te Maastricht, gedurende het beleg van deze stad door Parma, versperd was. Hij verbleef toen, evenals andere maasschippers in de Nieuwe Haven te Dordrecht. De lading van Dirk Engelen bestond toen voornamelijk uit zout, hetwelk hij te Roermond ontlaadde.
Op het einde van Juli 1579 voer hij stroom opwaarts en wierp het anker uit aan de ‘Blauwe Hand’ buiten de ‘Bloemerspoort’ te Maeseyck. Van daar wilde hij zijne lading zout naar Luik voeren, maar de dood belette hem het anker te lichten. Hij maakte 3 Augustus 1579, ziek liggende aan de typhus op zijn schip zijn laatste wilsbeschikking, welke in den vorm van testament opgemaakt werd te Maeseyck in het Kruisheerenklooster, 2 Augustus 1580, door Mathias Gielen, pastoor van Ophoven bij Maeseyck, notarius publicus. Zijn weduwe Mercken Thonissen, hertrouwde 26 December 1580 met Jan Coninx uit Elslo, zoon van Gielken Coninx en Meycken Dassen. Tusschen de kinderen van Dirk Engelen en Jan Coninx ontstond later een langdurig proces over het testament van eerstgenoemde, welk proces 5 November 1641 bijgelegd werd. Dirk's kinderen waren: Jan (die volgt); Antoon; Maria (overl. vóór 1621, huwde te Dordrecht 22 Aug. 1604 met Johan Thijssen); Anna (huwde te Venlo 13 Oct. 1608 met Reiner Huyben, welke omstreeks 1618 stierf, zoon van Jan en Barbara Mattewis, en vervolgens vóór 1621 met Reinhard Janssen, overl. vóór 8 Oct. 1622).
Zie: J.L. Meulleners, De scheepsvaart in het tegenwoordig hertogdom Limburg tijdens de beroerten in de 16e en 17e eeuw in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg (1886) 93-98, 133.
Verzijl