[Dobben, Theodorus van]
DOBBEN (Theodorus van). Bestemd voor den predikdienst op Curaçao en aan boord van ‘De Windhond’, kapitein Ronge, wachtende op gunstigen wind, kreeg hij een beroep naar Hoorn op Texel, dat hij met vergunning van Bewindhebberen aannam. Aldus Hamelberg, De nederl. op de W.I.-eilanden I, 96 op het jaar 1677, 3 Dec. Acta, uitg. Knuttel V, 263 laten hem echter wel vertrekken, maar eerst 1678, en de predikantenlijst der gemeente Hoorn kent hem op datzelfde jaar doch als gekomen van Curaçao en overleden 1706 (van Alphen, Nieuw kerk. Handboek 1908, Bijl. 123). Hij zou dus binnen het jaar zijn gegaan en weder teruggekeerd. Van Dissel in Kerk. Archief 1859, II, 373 en 411 kent hem niet. Het trekt de aandacht dat, wat met hem geschiedde, ook vermeld staat van Lucas Osdorpius (over wien zie deel II, kol. 1036) en wel Acta, uitg. Knuttel IV, 466 en 510, terwijl dan de genoemde predikantenlijst hem noemt als in 1668 van Curaçao gekomen en 1677 vertrokken naar Vlissingen. Ook hij zou dus binnen het jaar zijn gegaan en teruggekeerd. Tenzij men wil aannemen, dat Hamelberg fout gelezen heeft, wat wel hoogst onwaarschijnlijk is, of de juistheid der Acta wraken, waartoe men ook niet spoedig komt, moet men het er voor houden, dat met beide predikanten hetzelfde is geschied.
L. Knappert