Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
(1927)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 371]
| |
25 jaar oud, maakte de groote zeereis van Mahu en de Cordes mee als timmerman op de ‘Trouw’, later op de ‘Blijde Boodschap’. Hij oefende zijn beroep op het land en op schepen uit. Vóór hij zich liet aanwerven voor flor. 4 (per maand) voor deze reis, had hij gevaren op nederlandsche schepen, éénmaal naar Venetië met een lading tarwe, viermaal naar het graafschap Ayumonte telkens met een lading tarwe en scheepsbehoeften, éénmaal naar la Rochelle, waar vrachtgoed en zout werd ingenomen, éénmaal naar de Oostzee om rogge voor de Nederlanden te halen, en éénmaal naar Noorwegen. Hoewel hij kon schrijven, was zijn ontwikkeling of zijn belangstelling niet groot; hij wist van het doel van de reis evenmin iets, als van de landen waarheen men gevaren was, van de Straat van Magalhães en Peru had hij nooit gehoord; wel kende hij de namen Californië en Molukken, maar dat kwam omdat iedereen erover sprak; het was er hem alleen om te doen als arm man zijn brood te verdienen, daarom had hij zich verhuurd, en nu hadden ze hem bedrogen met de Straat van Magalhães, want hij had gedacht over de Kaap de Goede Hoop naar Indië te gaan. Hij kende Olivier van Noort goed en wist van zijn plannen, over de reis van van Neck was hij niet zoo goed ingelicht: hij meende dat die van dezelfde reeders uitging als de reis waaraan hij deelnam. Toen de schepen de Straat van Magalhães uitgevaren waren, ging hij op karwei naar de ‘Blijde Boodschap’ op 9 September 1599, kort daarop raakten de schepen uit elkaar, zoodat hij niet meer naar de ‘Trouw’ kon terugkeeren. Hij behoorde tot de zes man die met Dirck Gerritsz te Valparaiso aan wal gingen, hij werd met al de anderen gevangen genomen en legde te Callao de Lima op 18 en 19 December 1599 een verklaring af, waaraan alles ontleend is wat we van hem weten. In de spaansche stukken wordt hij Adrian Diego genoemd. Zie: De reis van Mahu en de Cordes door de straat van Magalhães naar Zuid-Amerika en Japan 1598-1600, uitg. F.C. Wieder ('s Gravenhage 1923) I, 65, 78 v. en daar aangehaalde bronnen. Kossmann |
|