vinge der Afrikaensche gewesten, van Egypten, Barbaryen, Libyen, Biledulgerid, Negroslant, Guinea, Ethiopiën, Abyssinië getrokken uit verscheyde hedendaegse lantbeschryvers en geschriften van bereisde onderzoekers dier landen (Amsterdam 1668, 4o). Afzonderlijk verscheen nog de Naukeurige beschryvinge der Afrikaensche eylanden (Amst. 1668, 4o), dat zich bij het vorige nauw aansluit. Behalve allerlei gedrukte bronnen heeft Dapper voor dit boek ook ‘geschreve papieren’ gebruikt, ‘bij d'onzen zelfs van eenige dier gewesten in 't rou ontworpen’, die van zeer veel belang zijn geweest, al geeft hij ze niet met name aan. Hij had daarbij de hulp van Is. Vossius, met wien hij blijkbaar bevriend is geweest. Van de Beschrijving van Afrika verscheen een tweede druk in 1676 te Amsterdam, een fransche vertaling in 1686 aldaar naar den druk van 1676, een duitsche in 1670 en 1671, een engelsche in 1671. Blijkbaar gaf dit succes van zijn landbeschrijving Dapper de vrijmoedigheid op dezen weg voort te gaan; hij zond in het licht: Gedenkwaerdig bedryf der Nederlandsche Oost-Indische Maetschappye, op de kuste en in het keizerrijk van Taising of Sina behelzende het tweede gezandschap aen den onderkoning Singlamong en veldheer Taising Liponi door Jan van Kampen en Konstantijn Nobel. Vervolgt met een verhaal van het voorgevallene des jaers 1663 en 1664 op de kust van Sina enz. onder 't gezag van Balthasar Bort en het derde gezantschap aen Konchy, Tartarsche Keizer van Sina en
Oost-Tartarye onder .... Pieter van Hoorn. Beneffens een beschrijving van geheel Sina .... (Amsterdam 1670, 4o). Het boek is opgedragen aan den raadpensionaris de Witt. Een duitsche vertaling verscheen in 1674 te Amsterdam, een engelsche in 1671 te Londen, een tweede druk daarvan in 1673. Het volgende boek van Dapper was: Asia of naukeurige beschrijving van het rijk des Grooten Mogols en een groot gedeelte van Indië enz. Beneffens een volkome beschrijving van geheel Persië, Georgië, Mengrelië en andere gebuurgewesten .... (Amsterdam 1672, 4o). Vijf jaar later verscheen het volgende deel van Azië: Naukeurige beschryving van gantsch Syrië en Palestyn (Amsterdam 1677), opgedragen opnieuw aan Nicolaas Witsen. Het derde deel was de Naukeurige beschryving van Asië behelsende de gewesten van Mesopotamië, Babylonië, Assyrië, Anatolië of Klein Asië. Beneffens eene volkome beschryving van gansch .... Arabië .... (Amsterdam 1680). Dit boek was opgedragen aan burgemeester Johannes Hudde. Dapper zegt in de voorrede, dat hij voor dit boek ook van vele oude en nieuwe arabische schrijvers heeft gebruik gemaakt; zij worden dikwijls woordelijk aangehaald. Van de drie deelen van Azië verscheen alleen van de beschrijving van Syrië en Palestina in 1680 te Amsterdam een tweede druk. Vertaald zijn de drie werken alleen in het Duitsch (I. Neurenberg 1687; II. Amsterdam 1681, 2e dr. Neurenberg 1608; III. Neurenberg, 1687, alles 4o). Op de beschrijving van Mesopotamië volgde de Naukeurige beschrijving der eilanden in de archipel der Middellandsche zee .... (Amsterdam 1688, 4o). Ook dit boek is opgedragen aan Nicolaas Witsen, evenals de Naukeurige beschrijving van Morea, eertijds Peloponnesus en de eilanden
gelegen onder de kusten van Morea en binnen en buiten de Golf van Venetiën (Amsterdam 1688, 4o). Van dit boek verschenen twee duitsche vertalingen (Augsburg 1688, 4o; Neurenberg 1712, 4o), en twee fransche (Amsterdam 1703, 4o.; 's Gravenhage 1730, 4o). Onder den titel: Dapperus exoticus curiosus verscheen te Frankfort en Leipzig in 1717/18