[Cramer, Joseph Hubert]
CRAMER (Joseph Hubert), geb. 29 Febr. 1844 te Wageningen, overl. 31 Aug. 1899 te Bad Elster (Saksen) ontving op zeer jeugdigen leeftijd te Amsterdam het eerste vioolonderricht, en wel achtereenvolgens van: Rode, Lautenbach en Gravestein. Daarna, van 1853-56, kwam de jonge violist bij van Bree in de leer. Reeds op zijn twaalfde jaar trad Cramer op als solist op een concert van Felix Meritis; in Utrecht, in de studentenvereeniging ‘Mutua Fides’, droeg hij het 8ste vioolconcert van Spohr en de Fantaisie-Caprice van Vieuxtemps voor.
In 1857 ging hij, vergezeld van zijn ouders, naar Brussel, waar hij aan de leiding van Hubert Léonard werd toevertrouwd. Daarna begaf hij zich naar Leipzig, waar hij onder Ferdinand David, een leerling van Spohr, zijn studiën voltooide. Eenige malen trad hij, met veel succes als solist op. Tot 1860 vertoefde Cramer te Weimar, waar hij aan Liszt werd voorgesteld en zich in diens bijzondere gunst mocht verheugen. Door hem werd hij ten hove aldaar geïntroduceerd, waar hij zich herhaaldelijk liet hooren. Alvorens zich in zijn vaderland te vestigen, vertoefde Cramer drie maanden te Londen, waar hij op een Saturday Concert optrad.