[Crahay, Louis]
CRAHAY (Louis), zoon van J.G. Crahay (II kol. 346) en Marie Cath. Cavelier, dochter van den te Parijs geboren en later te Maastricht gevestigden boekhandelaar, die ook aldaar bibliothecaris is geweest, eerst van de Ecole centrale, later van de Gemeentebibliotheek. Hij werd geboren te Maastricht 2 Oct. 1834 en overleed te Brussel 27 Maart 1904. Hij studeerde te Leuven, waar hij met zijne ouders was heengetrokken, aan het collège de la Haute-colline en het collège St. Servais; daarna aan de faculteit der rechten aldaar, waar hij 1858 doctor werd met de hoogste onderscheiding. Na eenigen tijd advocaat aan het parket van het hof van appèl te Brussel te zijn geweest, werd hij in 1864, vrederechter van het canton Maeseyck rechter aan het tribunal de l'instance te Hasselt en daarna procureur des Konings (resp. 1867 en 1871), raadsheer aan het gerechtshof te Luik 1874 en aan het hof van cassatie te Brussel 1888. Hij was ook lid der kon. commissie voor de uitgave der oude wetten en verordeningen sinds 1868, en daarvan sinds 1894 president. Hij had een werkzaam aandeel in de serie der door deze commissie uitgegeven werken en de uitgave van de statuten en recessen van Maastricht is van zijn hand. In 1889 werd hij ook lid der commissie voor de herziening van het burgerlijk wetboek. Hij schreef ook den Code de police belge.
Zie: mijn art. in Limburgs Leven van 26 Juni 1920, bladz. 5; voorts naar meded. van Mr. J. de Wit, oud-rechter te Maastricht.
Flament