[Costius, Johannes]
COSTIUS (Johannes), zoon van den voorgaande, waarschijnlijk geboren te Alem, overleden te 's Gravenhage wellicht 1691, als proponent tot predikant beroepen te Son en Breugel 25 Juni 1670 en bevestigd 19 Juli 1671, werd in 1679 als predikant te Helmond beroepen. Wegens zwakte werd hij ‘op verzoek’ in 1683 ontslagen. Heel vrijwillig schijnt dit verzoek echter niet geweest te zijn, want eenigen tijd later heeft Costius zich tegen dit ontslag verzet, waarom bij resolutie van den Raad van State 16 Nov. 1685 opnieuw geordonneerd werd, dat hij zich van alle kerkelijke bedieningen en het bijwonen der classicale vergaderingen had te onthouden. Ds. Costius was niet geneigd om zich hierbij neer te leggen. Toen op Zondag 30 Sept. 1685 de geloovigen zich naar de kerk begaven om den nieuwbenoemden predikant, Johan Broeckhuyzen, te hooren, verscheen de ontslagen predikant, gewapend met een dikken stok in de kerk, vergezeld van den heer Mina, predikant te Son, met eenige Helmondenaren en zeide tot de aanwezigen, dat de classis van Peel- en Kempenland hem weder in de bediening had hersteld, wat Ds. Mina bevestigde. Op het waardig protest van den secretaris, president-schepen en ouderling Geerloff Suyckers, lachte Ds. Cost hem in het gezicht uit. In de synodale vergadering, dat jaar te Zutphen gehouden, werden de beschuldigingen, tegen hem ingebracht, onderzocht en werd Cost kort nadien door den president ernstig vermaand ‘tot meerder bedaertheyt, sedigheit, oock in syn uyterlyck bedragh, meerder voorsichtigheit, alsmede van onthoudinghe van schampere bejegeningen omtrent zijnen naeste, oock van spelen, exsessen in drinkerijen, vloecken, slaen oft smijten, desgelijks van aenstotelyke en satijrische wijzen van spreken in sijne schriften’. Hem werd echter niet verboden te ‘practiseeren’. Bij order van den R.v. State 18 Oct. 1685 werd den rentmeester gelast
zijn traktement voorloopig in te houden. Ondanks deze maatregelen bleef de ex-predikant te Helmond en was nadien met zijn trouw gebleven koster Hendrik Ginhoven, nog meermalen oorzaak van opstootjes en schandalen. Eindelijk echter vertrok hij naar 's Gravenhage, waar hij overleed.
Zie: J. Heeren, Biogr. Wdb. van Helmond, 72.
Heeren