[Colen, Peter]
COLEN (Peter), zoon van Gevert, gewoonlijk Peter Gevarts of Peter Gevarts Colen genoemd, geboren te Deurne 1600, overleden aldaar tusschen 1690 en 1700. Hij is bij de honderd jaar oud geworden en werd menigmaal geroepen om getuigenis af te leggen, waar het kwesties gold, die haar oorsprong vonden in vervlogen tijden. Hij is meermaals schepen en burgemeester geweest.
In 1637 (het Meierijsche pestjaar) werd ook hij bezocht door ‘die Goedts gave’. De halve gemeente stierf uit, maar hij was voor de verandering der regeering (17 Maart 1637) in zooverre genezen, dat hij voor een ambt geschikt was. De schepenen dwongen hem als het ware om het burgemeestersambt te aanvaarden, ‘omdat sij in de gemeijnte cwaelck (nauwelijks) iemanden costen vinden, die vande peste was genezen om borgemeester te sin’. Colen nam ten laatste het voorstel aan, maar voor 25 gulden boven zijn beurloon. Van verschillende zaken en feiten heeft hij in zijn eigenaardige taal en spelling aanteekeningen gehouden, die zeker voor den plaatselijken geschiedvorscher haar waarde hebben. Een van zijn vele ‘annotatiën’ heeft nog dienst gedaan tijdens de onderhandelingen over de grensscheiding tusschen Brabant en pruisisch Gelderland. Colen woonde in 1654 in het Haageind, waar hij boerde met vijf beesten.
Zie: archiefstukken.
H.N. Ouwerling