[Colen, Lambert]
COLEN (Lambert), zoon van den presidentschepen Anthonis Colen en van Machtelt Direx, geboren te Deurne in 1612 uit een gegoede deurnesche familie en aldaar overleden in 1690. In 1641 was hij burgemeester. Reeds vóór 1648 schijnt hij met de R.K. Kerk gebroken te hebben, sloot zich omstr. 1650 bij de nieuwe protestantsche gemeente aan, werd schepen, presidentschepen, H. Geestmeester enz. Hij was gehuwd met Catharina, dochter van Philips Dors (geb. te Deurne 1605, aldaar overl. 2 April 1660). Zijn vrouw en kinderen zijn katholiek gestorven, wellicht hij zelf ook. Hij was iemand van een goed oordeel en onbevreesd. Ook na zijn overgang tot het protestantisme bleef hij zeker aanzien behouden, vooral omdat hij krachtig voor de rechten der gemeente opkwam en Rogier van Leefdael, heer van Deurne staan durfde. Deze was zóó op hem verstoord, dat hij zich in het bijzijn van eenige boeren, die cijnsen kwamen betalen (9 Aug. 1663) onder vele ‘passieuse’ woorden volgenderwijs over Colen uitliet: ‘Hij heeft het soo gemaeckt, hadde ick hem eens alleen gehadt in de heyde oft velt, ick soude hem omverre geschooten hebben.’ In de dorpspolitiek van zijn tijd was hij een der voorname personen; voor oppositie scheen hij in de wieg gelegd en al vroeg gaf hij daarvan blijken. Toen in 1645 de secretaris van Deurne, Otto de Visschere, tevens met het schoutambt begunstigd werd, gingen Colen en eenige notabelen uit Deurne, onder wie ook Jan van Stiphout, de schout van Vlierden (die te Liessel woonde), hieromtrent bij den heer van Deurne, den jongen graaf van Huijn, te Venlo hun beklag