[Coenen, Henry]
COENEN (Henry), geb. 30 April 1841 te Rotterdam, overl. 1877 te Amsterdam, broeder van Frans Coenen (zie vorig art.), besloot, na een vierjarige studie in de chirurgie zich geheel aan de muziek te wijden. In 1865 werd hij tot leeraar der pianoklasse der muziekschool der Mij. tot bevordering der Toonkunst benoemd. Als solo-pianist was hij zeer gunstig bekend.
Zie: H. Viotta, Onze hedendaagsche toonkunstenaars (Amst. 1893-96); J.H. Letzer, Muzikaal Nederland (Utrecht 1911).
Spier