[Cazius, Mr. Jean Henri Chrétien]
CAZIUS (Mr. Jean Henri Chrétien), geb. te Luik 11 Febr. 1824, overleden te 's Hertogenbosch 29 Mei 1898, zoon van Unico Willem Elisa, die volgt, en van Antoinette Aimée Gaudin.
Hij werd 19 Dec. 1843 student in de rechten te Utrecht, ging na zijn promotie bij de rechterlijke macht en was laatstelijk raadsheer in het gerechtshof te 's Hertogenbosch en lid en thesaurier van het college van regenten over de gevangenissen. Bij beschikking van 14 Nov. 1844 van den landcommandeur der ridderl. Duitsche Orde, Balye van Utrecht, baron von Bodelschwingh Plettenberg, werd hij voor den tijd van 12 achtereenvolgende jaren benoemd tot vicaris van Tiel, uit erkentenis voor de goede diensten door zijn voorouders aan de Orde bewezen. In 1859 werd die benoeming voor drie jaar verlengd door den toenmaligen landcommandeur B.R.W. baron Sloet v. Hagensdorp en wel ‘wegens het nut door ZEd. (J.H. Cazius) mede voor onzen Protest. Godsdienst verspreid’. Op een in 1862 opnieuw ingezonden adres, waarbij verlenging verzocht werd, werd afwijzend beschikt ‘omdat het doel der begiftiging een meer geestelijke richting heeft, om in 't vervolg met deze vicarie, kundige jongelieden, die zullen wenschen in de theologie te studeeren, te begiftigen’.
Cazius huwde te Roermond 29 Juli 1862 met jkvr. Anna Paulina de Sturler de Frienisberg, geb. te Oosterhout 22 Mei 1835, overl. te Brummen 31 Dec. 1923, drie kinderen nalatende, dochter van jhr. Adam Emmanuel Carolus en van Davida Hallungius.
Zie: M.G. Wildeman, Het gesl. Cazius in Ned. Leeuw XXII, 22, 23; Nederl. Adelsboek, 1917, 399; Nederl. Patriciaat I en VII.
Regt