Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
(1927)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 280]
| |
Mei 1573 sneuvelde. Hij speelde, als schepen in het Vrije van Brugge, sedert de Pacificatie van Gent, een belangrijke rol in Vlaanderen en steunde, vooral in diens onderhandelingen met Anjou, o.a. bij het verdrag van Plessis-les-Tours (1580), Oranje, naar wien hij de wijk nam na de verovering van Brugge door Parma (April 1584). Hij was in Jan. 1585 lid van het gezantschap, dat desouvereiniteit aan koning Hendrik III van Frankrijk aanbood. Van 1590 tot aan zijn overlijden in Dec. 1624 was hij eerst agent, sedert 1604 ambassadeur der Staten-Generaal te Londen en bewees groote diensten vooral in den tijd van het Twaalfjarig Bestand, bij de inlossing der pandsteden (1614) en de moeilijkheden met Engeland over den handel tijdens Jacobus I. Hij was heer van Schoonewalle, een oud zeeuwsch leen aan de zuidzijde van Groede. Zeer gezien aan het engelsche hof benoemde hij den Prins van Wales, later Karel I, tot zijn erfgenaam. Mulder |
|