kleur; iets bijzonders voor zijn tijd is, dat hij op een zijner schilderijen tracht de zon weer te geven. Volgens Hofstede de Groot heeft hij minstens 180 schilderijen gemaakt, waarvan 142 riviergezichten, o.a. het IJ, de Merwede bij Dordrecht, fort Rammekens, Rotterdam, Scheveningen, Schenkenschans, Willemstad, IJsselmonde, en 38 wintergezichten. Hij werd door zijn medeschilders zeer geacht, o.a. door Rembrandt, F. Hals, v.d. Eeckhout (zie beneden), Joh. van Noort, die portretten van hem zelf of van zijne familie maakten. Hij ging ook om met geleerde mannen als Heyblocq, rector van het amsterdamsche gymnasium (zie beneden). J.v.d.C. schijnt geen leerlingen gehad te hebben. Navolgers waren Jac. de Gruyter, H. Dubbels; hij zelf behoorde tot de groep van W.v.d. Velde.
Zijn schilderijen worden genoemd in het werk door Hofstede de Groot. Zie ook: Thieme-Becker's Allgem. Künstlerlex. en A.v. Wurzbach: Niederl. Künstler-Lexikon; wat zijn teekeningen betreft: in zijne nalatenschap kwamen er 1200 voor, nu vindt men ze zelden. In het album amicorum van Heyblocq (Kon. Bibl. den Haag), waarin ook G.v.d. Eeckhout een gedicht maakte, waarin hij v.d.C. roemt als autodidact, bevindt zich een teekening met kolfspelers 1654; verder bevinden zich teekeningen te Amsterdam, 's Rijks Prentenkabinet: ijsgezicht, twee schepen op het land, riviergezicht met schepen, ijsgezicht met kolvers; Amst., Mus. Fodor: stil water met schepen; Haarlem, Mus. Teyler: winterlandschap; Maartensdijk, verz. Lugt; verder te Berlijn, Dresden, Frankfort en Hamburg.
Prenten van zijn hand zijn: de steenen brug ijsgezicht, het dorp aan de rivier. Deze twee etsen zijn zeer zeldzaam; volgens v.d. Kellen (zie beneden) zijn ze slechts in vier exemplaren bekend; zij kwamen voor in de verz. Maarseveen, graaf van Fries, Brandes (in deze slechts 1 exempl.); het Britsch Museum te Londen schijnt nog een andere prent door J.v.d.C. te bezitten.
Naar zijn ontwerp maakten prenten o.a.: W. Unger, L. Byrne, P.J. Arendsen, L. Gaucherel, Sallieth, N. Mossoloff, P.J. Duret, J. Jacquemart.
Zie: E.W. Moes, Aanteekeningen 's Rijks Prentenkabinet afd. schilders, afd. prenten; A. Bredius, Künstlerinventare, G. 90, K. 92, H. 343, 585, U. 716, G. 854, G. 855, G. 858*, G. 973, G. 1248, G. 2035; C. Hofstede de Groot, Beschreibendes und kritisches Verzeichnis der Werke der hervorrag. Holl. Maler des XVIIten Jahrh. (Essling Paris) VII (1918), 177-233; A.M. Hind, A short History of engraving and etching (London 1911), 356; A.v. Wurzbach, Niederländisches Künstlerlexikon I, 242, III, 46; Thieme-Becker, Allgem. Künstlerlexikon V, 549; J.P.v.d. Kellen, Peintre-graveur holl. et flamand (Utrecht 1866).
J.M. Blok