hij een belooning voor zijn gedrukte Rekenkonst van de groote seevaert (Amst. 1617). Op zijn verzoek om belooning voor zijne uitvinding te mogen ontvangen, is 13 en 29 Juni gehandeld, doch 6 Dec. 1617 werd dit verzoek afgeslagen, omdat zijn voorstel ‘frivool’ was en hij niet had kunnen ‘gedebatteeren’, terwijl hem 7 Dec. zijn boek werd teruggegeven. Wellicht stond hij in verbinding met van der Ley (III, kol. 766), die 28 Oct. 1617 om een dergelijke vinding op dezelfde voorwaarden octrooi vroeg. Niet onmogelijk bevond C. zich onder de schaar van Nederlanders, die zich met een naamgenoot naar Zweden begaven, want in een acte dd. 24 Jan. 1624 wordt een Abraham C. genoemd ‘reeckenmeester van Zijne Co. Majesteyt van Sweden’. Hij is gehuwd geweest met Petronella Pluympot.
Zie: Dodt van Flensburg, Archief, VI en VII, reg.; Navorscher XII (1862), 274 en XXXVIII (1888), 103 en Oud-Holland V (1887), 33-34.
de Waard