[Broedelet, Daniël]
BROEDELET (Daniël), geb. te Amsterdam omstr. 1800, overl. aldaar in Nov. 1867, zoon van Ds. D. Broedelet (overl. 1846). Hij studeerde te Utrecht in de godgeleerdheid, en werd predikant te Abbekerk en Lambertschaag 31 Oct. 1824, te Durgerdam 23 Juli 1826, te Monnikendam 17 Mei 1846; emeritus 1860. In den zomer van 1867 verhuisde hij naar Amsterdam.
Hij schreef: Opwekking tot erkentenis van Gods goedheid en aanwijzing van het Gode mishagende, om uit rampen tot schuld en straf te besluiten, twee leerredenen (Purmerend 1825); Beknopt overzicht der profetische vooruitzichten ...., zendingsrede (1837); Feestrede ter gedachtenisviering mijner 25-jarige evangeliedienst (Voorburg 1849); Prentbijbel bevattende al de Kanonieke Boeken van het O. en N.T.; versierd met 1000 houtgravuren (Amst. z-j.; nieuwe uitgave te Gorinchem en Zalt-Bommel 1848); Nieuwe proeve van handleiding tot het schaakspel naar het Fransch (Amst. 1834); Evans, Het boek der godsdiensten, naar het Engelsch (Amst. 1848); Glaubrecht, Het kenmerkend onderscheid in de leer der Evangelische tegenover die der R. Kath. kerk.... naar het Hoogduitsch (Amst. 1851); Kinderpreeken (Voorburg 1847).
Zie: Visscher en van Langeraad, Biogr. Woordenb. v. Prot. Godgel. in Ned. (1903) I, 621 v.; Kerkelijk Handboek (1908) Bijl., 99, 110, 131, 139.
Knipscheer