gesticht. Uit liefde voor de eenzaamheid vroeg en verkreeg hij ontheffing uit dit ambt. Doch kort daarna (1567) riep men hem tot het bestuur van het klooster Nieuwlicht buiten Utrecht als opvolger van dom Nicolaas van Haarlem. Van Brienen was de 32ste prior van dit huis en werd er opgevolgd door Bartholomaeus van Schoenhoven (VI, 1227), toen zijn benoeming plaats had tot prior van het kartuizerklooster Zonneberg bij Kampen, dat hij tot aan zijn dood heeft bestuurd. Zijn opvolger in het prioraat aldaar was Cornelius de Groote (VI kol. 647).
Zie: le Vasseur, Ephemerides Ord. Cart. I (Monstrolii 1890), 277; Bijdr. en Meded. Hist. Gen. Utr. IX, 157.
Scholtens