[Brienen, Johan van]
BRIENEN (Johan van), J.U.D. geb. te Arnhem 15 Januari 1661, overl. ald. 30 Juni 1715, begr. Oude kerk 9 Juli, zoon van Gijsbert, burgemeester te Arnhem, en van Lucretia Craeyvanger(s).
Hij was burgemeester van Arnhem, ontvanger van den grooten Gelderschen Tol, rentmeester van de geestelijke goederen te Arnhem, werd in 1704 raad-extraordinair en daarna raadsheer in het Hof van Gelderland. Hij was mede betrokken in de heftige geschillen, die na den dood van den Koningstadhouder Gelderland beroerden. Als groot voorstander der ‘Oude Plooi’ kwam hij in conflict met Dirk Reinier van Bassen en Willem Adriaan Bouwensch (kol. 192). Toen de beide laatsten in 1705 een corps vrijwilligers hadden opgericht om zich van het bewind te verzekeren, wist Johan v.B. de regeering der stad (klaarblijkelijk nog in meerderheid de Oude Plooi toegedaan) in Juni 1705 te bewegen, dat genoemd corps zou worden afgedankt en als gevolg daarvan een gedeelte der stadsregeering zou worden afgezet. Bouwensch, dit hoorende, verzamelde zijn corps en plaatste zich daarmee op de markt tegenover de gewapende burgerij. Deze laatsten trokken af en lieten het veld aan Bouwensch en zijn aanhangers, waarvan het gevolg was, dat burgemeester v. Br. van zijn ambt werd ontzet en hem de stad werd verboden. Hij begaf zich toen naar zijn landhoeve buiten het schependom, waarschijnlijk naar de ‘Cruyshorst’ onder Rheden, waar hij drie jaar verbleef en die hij na de veranderde omstandigheden verliet om zich weder (1708) binnen Arnhem te vestigen, waar hij eerlang door de burgerij in zijn waardigheden werd hersteld.
Bij zijn overlijden bleek, dat hij als rentmeester der geestelijke goederen in deze functie schulden had nagelaten, waarom 13 April 1717 door de stad Arnhem beslag werd gelegd op zijn onroerende goederen, o.a. op de Cruyshorst. Zijn weduwe, die daar alreeds hypotheek op had genomen, moest het landgoed 16 Juni 1720 aan den rentmeester Gijsbert van Schevichaven zien verkoopen.
Van B. was 31 Dec. 1693 te Nunspeet gehuwd met Johanna Elisabeth de Beyer. Zij overleed te Arnhem 25 Maart 1740, werd bij haar man begraven en was de dochter van Johan, burgemeester van Harderwijk, en van Reynira Schrassert. Uit dit huwelijk sproten 4 zoons en 5 dochters.
Zie: Wagenaar, XVII, 242, 243; Scheltema, Staatk. Nederl.; v. Loon, Ned. Hist. penn. IV, 416-418; Mdbl. Ned. Leeuw XXVI, 206, XXXIX, 160; Wapenheraut, XXII, 461; Ned. Heraut VIII, 121, 129.
Regt