[Brienen, Hendrik van (2)]
BRIENEN (Hendrik van) (2), overl. te Arnhem 11 Febr. 1620. Hij ligt met zijn vrouw in de St. Eusebiuskerk te Arnhem begraven met zijn kwartieren: v. Brienen, v. Wijnbergen, Wolff, ten Busch, zoodat hij de zoon zou moeten zijn van Wolter v. Br. en Gerarda van Wijnbergen.
Hij is geen heer van de Lathmer geweest, maar werd in 1581 beleend met Zwaluwenberg; hij komt voor op de riddercedul der Veluwe 1592-97, compareert tot 1619, wordt raad en rekenmeester van Gelderland 1593 en afgevaardigde ter Staten-Generaal 1598. Hier ijverde hij in 1618 bijzonder sterk tegen het bijeenroepen der Nationale Synode en keurde het ten zeerste af dat dit geschiedde tegen de stem van Holland. Hij was van oordeel dat dergelijke vergaderingen niet geschikt waren tot vermijding, maar wel tot vergrooting der tweedracht en verzocht aanteekening in de notulen van alles wat hij in deze zaak te berde had gebracht.
Hij huwde met Beatrix van Lynden tot den Musschenberg overl. te Arnhem 16 Oct. 1624, begr. bij haar man, dochter van Karel (zie art. in dit deel) en van Aleyd van Zuylen van de Haer. Uit dit huwelijk sproten 13 kinderen, waarvan Wolter volgt.
Zie: Brandt, Hist. Ref. II, 634, 636, 637; Wagenaar X, 177, 199; Scheltema, Staatk. Nederl.; Mdbl. Ned. Leeuw XXVII, 170; XXVIII, 117; Alg. Ned. Fam.bl. VII, 124, 142; Gen. Her. Bl. X, 324.
Regt