[Bouman, Willem Pieter Roedolph]
BOUMAN (Willem Pieter Roedolph), geb. te 's Gravenhage in 1808, overl. te Rotterdam 16 Maart 1883. Hij studeerde te Leiden in de godgeleerdheid, en werd predikant te Voorhout 13 Nov. 1831, te Sassenheim in 1835, te West-Zaandam 13 Mei 1838, te Rotterdam 12 Nov. 1843. Hij schreef: Leerrede over de hooge voortreffelijkheid der muzijk, en de waardige wijze waarop wij God door haar vereeren (Rott. 1837), uitgesproken bij de inwijding van het orgel te Sassenheim; Het Protestantsch gesticht te Montfoort .... (Rott. 1848); Die van God vertroost wordt, moet anderen vertroosten, leerrede (Rott. 1849). Voorts vertaalde hij: H.E.R. Bellami, Wittenberg en Rome, Hist. romant. tafereel uit de gesch. der Herv. uit het Hoogd. (Rott. 1843); Handleiding tot Christelijk godsdienstonderwijs voor jongelingen uit den beschaafden stand, naar het Hoogd. v.K.R. Hagenbach (Rott. 1851); J. van Scheffel's, De trompetter van Säkkingen, een lied van den Boven-Rijn (Rott. 1877). Hij was tegen z.g. kinderpreeken (Kerkelijk Weekblad, 1844, no. 9-12, 19-22).
Zie: Visscher en van Langeraad, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. (1903) I, 548 v.; Kerkelijk Handboek (1907) Bijl., 153, 155, 163, (1908) Bijl., 153.
Knipscheer