[Boreel, Johan]
BOREEL (Johan), geb. 1621 te Middelburg, zoon van Johannes B. (zie dl. VI, kol. 166) en Agnes Heyman, gest. 30 Maart 1673 aldaar, studeerde in de godgeleerdheid en werd in 1651 schepen, later ook raad en meermalen burgemeester zijner geboortestad. In 1656 werd hij door de Staten van Zeeland gekozen tot commissaris bij de Chambre-mi-partie te Mechelen. In 1665 was hij met R. Huigens en Joh. de Witt. gevolmachtigde van HH. Mog. op 's landsvloot. In 1666 promoveerde hij te Harderwijk tot dr. jur. In 1667 werd hij extra-ordinaris, in 68 ordinaris Ambassadeur te Londen. In den oorlog van 1672 was hij weer Gedeputeerde op de vloot. B. is nooit gehuwd geweest. Hij was heer van Westhoven. Een afbeelding van zijn grafteeken in de Oude of Sint-Pieterskerk (thans afgebroken) te Middelburg in Zelandia Illustrata I, 268.
Zie: de la Rue, Staatk. Zeeland, 5-7; Aitzema, Saken van Staet en Oorl., VI, 72-76; Brandt, Leven van de Ruiter, 384.
Mulder