als circator, doch werd 7 Maart 1654 benoemd tot pastoor te Diessen N.-B. Negen jaar bestuurde hij deze parochie, die een schuurkerk had opgericht over de grens in de parochie Poppel. Dan keerde hij weer in de abdij als archivaris, 1663, en werd 1665 pastoor te Poppel, en 1669 deken van Hilvarenbeek; 30 Juni 1685 werd Bigato overgeplaatst naar Broeckem.
1646 had hij te Leuven een werkje uitgegeven: Augustinus humiliatus, exitans cor ad amorem misericordiae Dei, vermeld bij Foppens, Bibl. Belg. II, 838, Biogr. Nat. II, 419 en Goovaerts, Ecrivains de l'ordre de Prémontré I, 59.
Hij liet nog vele nederlandsche preeken na en hield zich ook bezig met het vervaardigen van latijnsche verzen, waarvan men er drie vindt in een werk van W. Bosschaerts O.P. Enchiridion de actis S. Augustini (Mech. 1647).
Zie: W. van Spilbeeck, Necrol. B.M. de Tongerloo, 74; Schutjes, Gesch. bisdom den Bosch III, 449, V, 717.
Fruytier