[Bertling, Johannes]
BERTLING (Johannes), geb. te Koevorden in 1718(?), overl. te Delft 1 Sept. 1778. Hij was een afstammeling van Wessel Bertling (zie hieronder), en de zoon van Henricus Bertling en Arendina Witzenberg; Michael Bertling (die volgt) was zijn broeder. Hij studeerde te Leiden ingeschr. 17 Sept. 1743, volgens het Alb. Stud. toen 22 jaar oud) en vóór 1743 waarschijnlijk ook elders, in de godgeleerdheid, werd predikant te Moerkapelle 6 Nov. 1744, te Sommelsdijk 12 Jan. 1749, te Purmerend 6 Aug. 1752, te Delft 30 April 1758.
Hij schreef: De ministerio Novi Foederis non literae sed spiritus (L.B. 1744).
Zie: Visscher en van Langeraad, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. (1903) I, 439; Kerkelijk Handboek (1907) Bijl., 110, 136, 159, (1908) Bijl., 139; H.H. Brucherus, Gedenkboek van Stad en lande, 326.
Knipscheer