[Bergh, Willem van den]
BERGH (Willem van den), geb. te 's Gravenhage 5 Febr. 1850, overl. te Montreux als predikant van de gereformeerde gemeente te Voorthuizen 20 April 1890, zoon van notaris Johannes Willem van den Bergh en Grietje van Hettinga Tromp. Hij studeerde te Leiden in de rechten en de godgeleerdheid en promoveerde in beide, n.l. op 29 Juni 1878 met zijn proefschrift De strijd tegen de prostitutie ('s Gravenh. 1878) en op 30 Sept. 1879 met Calvijn over het genadeverbond. Hij werd 7 Dec. 1879 predikant te Schaarsbergen (bevestigd door zijn schoonvader H. Pierson, directeur der Heldring-gestichten) en 12 Oct. 1884 te Voorthuizen. Met de ‘doleantie’ medegaande, trad hij sedert 11 Febr. 1886 aldaar als gereformeerd predikant op. Nog schreef hij: Wetgeving op de ontucht in Nederland en besluiten der congressen te Genève, Genua en 's Gravenhage .... ('s Gravenh. 1883); Een ouderloos en verwaarloosd kind (Utr. 1884); Kalender der Leidsche academie en naamlijst harer professoren (1575-1875) (Leiden 1875). Met zijn schoonvader (zie boven) redigeerde hij: Getuigen en redden, een maandblad; met denzelfden redigeerde hij jaargang 29 tot 32 van het jaarboekje Magdalena.
Zie: Visscher en van Langeraad, Biogr. Woordenb. v. Prot. Godgel. in Ned. I (1903), 427 v.; Kerkelijk Handboek (1903) Bijl., 154, 159.
Knipscheer