[Bähler, Louis Henry]
BÄHLER (Louis Henry), geb. in 1766, overl. te Zwolle 11 Juli 1836. Hij studeerde te Lausanne in de godgeleerdheid, werd in 1791 proponent bij de Walen, woonde in 1795 te 's Gravenhage, was na peremptoir examen Waalsch predikant te Zwolle 18 Maart 1798 tot zijn dood. Hij was gehuwd met H.W.M. Despar.
Als vurig aanhanger van Isaak da Costa (zie dl. VI, kol. 336-348) schreef Bähler na de verschijning van diens Bezwaren tegen den geest der eeuw eene leerrede: La vérité de Jesus Christ, l'esprit du siècle et la réformation (Jean XVII: 17) .... (Amst. 1824), ook vertaald als: De waarheid in Jezus Christus .... (Amst. 1824). Zijn geschrift ademt eerbiedige bewondering ‘over de genade van God in een bekeerden Jood’. Hij vond in de godsdienstige zienswijze van da Costa de waarheid, die in Jezus Christus geopenbaard was, en meende ‘als een krijgsknecht van Christus de slapende Gemeente ten strijde te moeten roepen tegen den geest der eeuw: de hoogmoed van den mensch, die de dingen des Geestes Gods niet verstaat’. Da Costa stelde zijne vriendschap op hoogen prijs, en schreef op hem het gedicht: ‘Getrouwe, wien geen Eeuw van ongeloof en laster In d'ijver voor Gods Kerk geschokt heeft, of ontzet, Maar die, in 't heilgeloof van 't Godlijk woord steeds vaster, Zijn vijand weer bood met de waapnen van 't gebed’ .... Nog schreef Bähler: De gedenkdag van Waterloo, beschouwd in betrekking met de jongstleden overstroomingen (Jes. 30:18) (Amst. 1825); Elia bij de weduwvrouwe van Zarphat (1 Kon. 17:8-16) .... (Amst. 1826); Het gevaar van verharding bij een volk (Ex. 7:5), voorafgegaan door een gedicht van zijn vrouw .... (Amst. 1826); La voix de l'éternel qui crie à la ville (Mich. 6:9) (Amst. 1831); La patience de Job (Job 2:9, 10) (la Haye 1834).
Zie: Visscher en van Langeraad, Biogr. Woordenb. v. Prol. Godgel. in Nedeland I (Utr. 1903), 292-294; Kerkelijk Handboek (1878), 714; J. Reitsma, Gesch. v.d. Hervorming en de Herv. Kerk der Ned., 3de dr. (Utr. 1916), 750 v.; Petit, Repertorium .... (Leiden 1907), kol. 1129.
Knipscheer