[Aylva, Hobbe van]
AYLVA (Hobbe van), geb. op Tjessingastate te Hijlaard in 1582, overl. 14 Juni 1645, oud 63 jaar, begr. te Hijlaard, zoon van Ulbo en van Sjouck van Heringa.
Hij werd 9 Nov. 1610 grietman van Baarderadeel was in 1609, 20 en 33 gevolmachtigde ten landdage (in welke hoedanigheid hij in 1620 de lijkstatie van graaf Willem Lodewijk volgde) en werd 24 Mrt. 21 benoemd tot curator der friesche hoogeschool. In 1639 deed hij afstand van zijn grietenij ten behoeve van zijn zoon Epo (3) zie hiervóór, en was in 40 politiek-commissaris op de synode te Leeuwarden. Hij is tweemaal gehuwd geweest. Eerst in 1610 met Frouck van Aylva, overl. te Hijlaard 25 Dec. 1617, oud 28 jaar en 9 dagen; dochter van Epo en van Ynts Sybeths dr. van Scheltema; daarna is hij in 1620 hertrouwd met Tjitske van Mockema, overl. te Leeuwarden 18 Aug. 1632; deze was weduwe van Jarich van Cammingha en dochter van Syds v.M. en Jets Douma van Oenema. Uit Hobbe's tweede huwelijk sproot een jong overl. dochter; uit het eerste 3 kinderen, t.w. Epo (3) die hier vóórgaat; Sjouckje, jong overleden, en Ulbo (1) die volgt.
Zie: Baerdt van Sminia, N. Naaml. van Grietm., 232, 233; Nederl. Heraut V, 102, 103.
Regt