Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
(1927)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 59]
| |
stein, geb. op Haniastate te Holwerd 1608, overl. 21 April 1660, begr. te Holwerd, zoon van Douwe (1), zie hiervóór, en van Luts van Meckema Hesselsdr. Hij trad in militairen dienst. In 1635 komt hij als kapitein voor, werd 15 Oct. 1637 sergeant-majoor en springt over op den rang van kolonel, 5 Dec. 1637, zonder luit. kolonel te zijn geweest. Hij was kommandant der staatsche troepen in Oost-Friesland, vervangt 21 Aug. 1635 den overste-luit. Willem Coenders van Helpen als commandeur van Leeroord, doch legt dit commandeurschap in Juni 1638 neer, het wederom in handen stellende van zijn voorganger. In 1645, als overste, van wege de Staten-Generaal aangesteld tot commandant der stad Emden, weigert de magistraat hem als zoodanig te erkennen; hij stelde daarom in 1650 het commandeurschap in handen van H.H.M. Daarna is hij door den graaf van Oost-Friesland, Enno Lodewijk, bij wien hij zeer gezien was, begiftigd met het drostambt van Leer. Bij een executie te Lich 21 April 1660, werd hij daar door eenige oproerige boeren doodgeslagen. Hij huwde in Oost-Friesland 14 Nov. 1634 met Elisabeth gravin von Althan, geb. in Maart 1597, overl. 14 Nov. 1663 en te Holwerd begraven, dochter van Hans Willem, graaf v.A. von der Goldbrücken, en van Barbara barones von Präg. Uit dit huwelijk 2 kinderen: Hans Willem (zie dl. I, 202) en Luts of Lucia Barbara, eerst 1656 met Wolf Sigismund baron van Schratenbach en daarna 1671 met Bocke van Burmania gehuwd. Zie: Wiarda, Ostfries. Geschichte IV, 299, V, 45, 207; ten Raa en de Bas, Het Staatsche Leger III, 236, 344, V, 529; Navorscher 1920, 137; Catal. Herald. Tentoonstell. (1881), bl. 286. Regt |
|