Heemskerck. 20 Oct. van hetzelfde jaar is hij getuige in een geschil van de ingelanden van het Land van Altena. In 1468 behoort hij met zijn broeder Jan en zijn zoon Jan onder de edelen, die in 's Gravenhage Karel den Stoute als graaf van Holland huldigen en wordt in 1471 in de plaats van Dirk Pous heemraad van Delfland. Als pachter van de renten en domeinen op Wieringen verbindt hij zich 16 Juli 1478 jaarlijks aan Amsterdam 300 pond à 40 grooten te betalen. Hij heeft het kasteleinschap van Schoonhoven in pand. Zijn zoon Jan is daarom aldaar kastelein en sedert diens dood in 1480 zijn andere zoon Claes. Maximiliaan belooft 17 Mei 1482 dat kasteleinschap aan niemand anders te zullen geven vóór de voldoening van de gewone en ongewone penningen, die Gerrit van A. daarop staande had. Als raadsheer is G. in 1454 tegenwoordig bij de verbanning van Herbaren v. Arkel; hij is in 1482 als raad en leenman getuige bij het verlij van het huis Nijenrode aan Jan v. Nijenrode Jansz., terwijl hij 4 Febr. van dat jaar zich als commissaris van den Rade van Holland van een zending naar Leiden had gekweten.
In 1482 had hij de bekende assendelftsche kapel in de St. Jacobskerk te 's Gravenhage gesticht (zie den fondatiebrief 25 Juni 1482 bij de Riemer II, 843, 846); hij werd daarin met zijn echtgenoote begraven onder de zooveel besproken en zoozeer vervallen tombe.
Gerrit v.A. wordt in genealogieën vermeld als eerst gehuwd met Jacoba Hillegond. Dit huwelijk is, ofschoon niet onmogelijk, tot heden onbewezen. Zekerheid bezitten wij omtrent een ander huwelijk, gesloten in 1447 met Beatrix van Dongen, alias van Dalem, vrouwe van Besoyen en ‘het Land van de Waal’ (d.i. later Heinenoord), overleden 3 Febr. 1492; dochter van Jan v. Dongen en van Catharina Willemsdr. van Besoyen. Haar echtgenoot had haar 10 April 1461 een lijftocht van 100 fransche kronen gemaakt; zij testeeren 28 Juni 1482 en hadden minstens 5 kinderen, t.w.: Dirk, kanunnik te Utrecht; Johan, kastelein van Schoonhoven, rentmeester van W.-Friesland, overl. in den zomer van 1480, was bij huw.-contract van 1476 verloofd aan de zesjarige Aleid van Kijfhoek, die later huwde met Claes, die volgt); Claes of Nicolaas (1) (kol. 39); Catharina, eerst gehuwd met Adriaan van Polanen van de Lecke en daarna met Joost van Halewijn; stierf te 's Gravenhage 15 Aug. 1494. Een oudere dochter was Beatrix; zij woonde eerst in St. Elisabethzusteren-convent in 's Gravenhage en werd 12 Sept. 1485 door de ouders besteed in het zusterenklooster ten Zijl te Haarlem. Aan dit klooster schonk zij een handschrift ‘dat als monument van schrijf- en schilderkunst verdient te worden genoemd’.
Zijn portret volgens graftombe is in prent gebracht door P. van Cuyck.
Zie: G.J. Honig in Alg. Ned. Familiebl. V, 106, 107; J. Craandijk in Nijhoff's Bijdr. IVe R., dl. VII, 164; X, 292; Wapenheraut VIII, 57.
Regt