[Assendelft, Gerrit van (1)]
ASSENDELFT (Gerrit van) (1), de tot heden oudst bekende stamvader van het geslacht v.A., ontleende waarschijnlijk zijn naam aan zijn woonplaats (‘een landjonker uit Assendelft’) waar hij in 1306 door Nicolaas van Putten met een weer lands was beleend (Reg. Hann., bl. 17). Donderdag na den 10en dag in het jaar 1312 werd ‘Gheraet van Assendelft’ verlijd met het schoutambt van Assendelft en met de daarop staande huizen (Reg. Hann., bl. 17). Misschien was deze G.v.A. dezelfde persoon als heer Gerard v.A., ridder, en de vader van Gerrit van den Woude (Woude, ten N. van Assendelft en Krommenie), wiens huwelijk met een onvrije vrouw, Aleyd, ten gevolge zal gehad hebben, dat hun in 1334 opnieuw alle rechten van vrije lieden in Kennemerland moesten toegekend worden, benevens het recht, dat erfenissen van dienstlieden op hen mochten versterven (Reg. Hann., bl. 227).
G.v.A. droeg drie jaar later het schoutambt van Assendelft aan den graaf op, opdat deze er Gerrit's zoon Barthout mee zou verlijen (8 Nov. 1315). Het laatst wordt G. vermeld 1323 en liet, bij zijn ons onbekende vrouw, behalve Barthout (1), wellicht nog een anderen zoon na: Claes Gherartsz van A., 's Graven baljuw in Kennemerland, overl. 1329 (Reg. Hann., blz. 179).
Zie: Alg. Ned. Fam.bl., II, 134; III, 184; Wapenheraut, VIII, 54; XIII, 465-471; Mdbl. Ned. Leeuw XXXII, 358; XL, 131 en volg.; P.L. Muller, Regesta Hannonensia (1882), 17, 179, 227.
Regt