[Assendelft, Floris van]
ASSENDELFT (Floris van), ridder, geb. omstr. 1490, overleden 1555; tweede zoon van Nicolaas (1) en van Aleid van Kijfhoek.
Overeenkomstig het testament van zijn moeder, beleent Gerrit v.A. in 1532 zijn broeder Floris met Oud- en Nieuw-Goudriaan, het Land van de Leck, de hoeve van Kijfhoek en eenige andere, kleinere leenen. Floris voert daarom met zijn afstammelingen den titel: heer van Goudriaan. Van 1524 tot 1526 was hij baljuw van 's Gravenhage, daarna van 1527 tot zijn dood, kastelein van Gouda. Hij zegelde 1 en 4 Assendelft, 2 en 3 Haarlem en was gehuwd met Henrica (dochter van Otto van Arckel, heer van Heukelom, en van Walravina van Broechuysen van Weerdenburg). Uit dit huwelijk minstens 4 kinderen t.w. Walravina en Gerrit, die ongehuwd zijn overleden, Otto, die volgt, en Claes. De ouders maakten in 1549 hun testament: in dat jaar bevond Claes zich nog in het klooster St. Maartensdonck, gelegen in het dorp Brandwijk, waar hij in 1535 tot religieus was aangenomen.
Zie: Bat. Illustr. II, 854, 855; Bijdr. voor Vad. Gesch. en Oudheidk. IVe R. dl. X, 5. 6; Wapenheraut IX, 134; Alg. Ned. Familiebl. III, 184.
Regt