Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6
(1924)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1301]
| |
nasiale studies wijdde hij zich te Hageveld in 1833 aan de wijsbegeerte en in 1834 trad hij in het Groot-Seminarie te Warmond. In 1838 priester gewijd, werd hij weldra subregent van Hageveld en daarna kapelaan aan de St. Nicolaaskerk te Amsterdam, waar hij aller liefde en achting won. Hij sloot zich aan bij een soort van priestervereeniging, waarvan niet minder dan zes leden, nl. Verheyen, Lans, Koemans, Looyaard, Hoctin en Ledoux weldra, niettegenstaande de bezwaren van den apostolischen nuntius Ferrieri, vice-superior der hollandsche Missie, Redemptorist werden. Als zoodanig was Verheyen onvermoeid werkzaam door volksmissies in Noord-Brabant en Limburg. In 1848 volgde zijn benoeming tot overste, eerst te Hattert, dan te Brussel, totdat hij in 1854 den lateren bisschop en kardinaal Dechamps als provinciaal moest opvolgen. Het Algemeen Kapittel zijner Congregatie riep hem reeds in 1855 voor goed naar Rome, vanwaar hij als raadgever van den Generalen Overste en door visitaties b.v. in de Vereenigde Staten een in breeden kring heilzamen invloed had tot zijn dood. van Grinsven |
|