[Thopas, Johan]
THOPAS (Johan), teekenaar van portretten in een bijzondere techniek (plumbugo), was waarschijnlijk afkomstig uit Zaandam, in 1668 was hij in het gilde te Haarlem. Immerzeel zegt, dat hij in 1675 stierf en noemt portretten in zwartekunst van Czaar Peter, Tromp enz.; waarschijnlijk is hier een vergissing in het spel; volgens anderen is hij geboren omstr. 1630 en overleden omstr. 1700.
Teekeningen van zijn hand bevinden zich te Amsterdam, Prentenkabinet: Petronella à Roy met omlijsting, portret van een man met 2 wapens en ged. 1657; portret van een vrouw met op den achtergrond het stadhuis van Amsterdam, portret van een man; Rotterdam, Mus. Boymans: vrouw als herder, portret van een vrouw, portret van een man; Haarlem, Mus. Teyler: Mars en Venus; Leiden, Prentenkabinet: meisje staande bij een stoel; 's Gravenhage, verz. Hofstede de Groot: C.C. Moonen v. Zaandam.
Naar hem graveerde J. Suyderhoef.
Zie: J.J. de Gelder, 100 teekeningen van oude meesters in het Prentenkabinet der Rijksuniversiteit te Leiden (Rotterdam 1920); A.v.d. Willigen Pz., Les artistes de Harlem, 2e ed. (Haarlem 1870) 291; R.v. Eynden en A.v.d. Willigen, Geschiedenis der vaderl. schilderkunst sedert de helft der 18de eeuw (Haarlem 1816-42) II, 116; C. Immerzeel, De Levens en werken der holl. en vl. kunstschilders etc. (Amsterdam 1843) III, 142; C. Kramm, De Levens en werken der holl. en vl. kunstschilders etc. (Amsterdam 1857-64) VI, 1639; G.K. Nagler, Neues allgem. Künstlerlexikon (München 1835-52), XVIII, 386, 562; A.v. Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon II, 710.
J.M. Blok