Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6

[Swinkels, Joannes Baptista]

SWINKELS (Joannes Baptista) werd 14 April 1810 te Woensel geboren en overleed als bisschop te Paramaribo in Suriname 11 September 1875. Zijn ouders waren J.B. Swinkels en Anna Maria Leurs. Na voltooiing zijner gymnasiale en theologische studies te Helmond en te St. Michiels-Gestel (Herlaar) werd hij 20 September 1834 door mgr. van Wyckerslooth te Warmond priester gewijd. Korten tijd leeraar te Oudenbosch werd hij weldra rector der latijnsche school te Helmond, welke hij tot bloei bracht. Den 25sten Maart 1845 in de Congregatie des Allerheiligsten Verlossers getreden, was hij op vele plaatsen van Nederland en België als Redemptorist werkzaam. In 1851 werd hij belast met de in die dagen moeilijke taak der stichting van een Redemptoristenklooster te Amsterdam. In 1855 werd hij benoemd tot provinciaal der nederlandsch-engelsche provincie zijner Congregatie en in 1865 tot titulair-bisschop van Amorium en apostolisch vicaris der Missie van Suriname, in welke hij 26 Mrt. 1866 aankwam. Hier kwamen zijn rustelooze werkzaamheden en zijn groote bestuurdersgaven tot heil der Missie, van geestelijkheid en volk. Het godsdienstig leven werd bij de Katholieken gehandhaafd en uitgebreid, terwijl de geloofsverkondiging onder de andersdenkenden steeds meer ter harte werd genomen. Hij stierf tengevolge van bovenmatigen arbeid, waartegen zijn zwakke gezondheid niet bestand bleek.

[p. 1272]

Als voorbeeldig kloosterling, als ijverig missionaris, als groot kerkvoogd leeft hij voort in de nagedachtenis van katholiek Nederland.

Geschriften over hem: levensschets in het maandschrift De Volksmissionaris, jg. 12 (1890-1891) bl. 215-225 en bl. 266-272. Zijn portret komt o.a. voor in Een halve eeuw in Suriname 1866-1916, Gedenkschrift bij het gouden jubilé der Missie van de Redemptoristen in Suriname ('s Hertogenbosch 1916).

van Grinsven