[Smijtere, Karel de]
SMIJTERE (Karel de), rechtsgeleerde, geb. te Gent begin der 16e eeuw, overleden te Utrecht 24 Maart 1573. Hij studeerde aan de universiteit te Leuven en was in dien tijd deken van de baccalaurei der juristen. Eerst was hij advocaat bij den Raad van Vlaanderen; 1562 werd hij benoemd tot buitengewoon raadsheer bij den grooten Raad van Holland. Hij trad op als commissaris bij het onderzoek over de troebelen 1566 en 67. De Smytere stond bekend als een bekwaam rechtsgeleerde en een uitstekend schrijver en dichter. Hij schreef nederlandsche verzen, drama's en een lofspraak op Karel V. In 1839 werd door Ph. Blommaert een spotgedicht van de Smytere uitgegeven Het beclach van Jhr. Jan van Hembyze of den oorlof van graef Jan van Ghent in Publications de la société des Bibliophiles flamands, en opnieuw in 1847 in Politieke balladen, refereinen, liederen en spotgedichten der 16e eeuw.
De Smytere overleed te Utrecht en werd in de Sint Pieterskerk begraven. Eenige zijner grafschriften vermeldt Sanderus Flandria illustrata I, 347.
Zie: Biographie nat. Belg. V, 771; Val. Andreas, Fasti acad. (Lov. 1650), 212; Bijdr. bisd. Haarlem XXVII, 216, XXXIV, 137; Marcus, Sententiën v. Alva, 316; S.v. Leeuwen, Bat. ill. 1472, 1476.
Fruytier