hevig onweder noodzaakte Gerrit Sebastiaansz. en zijn makkers 9 Oct. 1571 terug naar zee te gaan; hij ging bij het eiland Bant voor anker met een groot, weluitgerust schip. 5 Nov. trachtten de Oostfriezen hem te vergeefs met twee kleine scheepjes te verdrijven. 14 Nov. 1571 plunderde hij op de Ooster Eems een schip met zeep en schoot dagelijks op schepen op de Ooster Eems. In Dec. 1571 behoorde hij tot de Watergeuzen, die de vloot van Emden bij Westerackumer Diep plunderden. 22 Dec. dreef een storm zijn schip voor de haven van Greetsiel; bijna viel hij den Oostfriezen in handen, maar andere Watergeuzen ontzetten hem. De geheele maand Jan. 1572 zwierf hij op de Zuiderzee rond en nam 29 Jan. 1572 bij Marken het hoornsche veerschip, dat van Amsterdam kwam; toen de gevangenen rantsoen hadden betaald, sloeg hij ze toch dood. Begin Febr. 1572 ligt hij nog voor het Vlie met drie andere kapiteins der Watergeuzen; door de hevige vorst raakt zijn schip bij Vlieland vastgevroren. Caspar de Robles zendt soldaten, die 5 Mrt. 1572 een vergeefschen aanval doen; de Watergeuzen verdedigen zich dapper in schansen die ze op het eiland hebben gemaakt; 6 Mrt. 1572 doen de Spanjaarden een tweeden aanval en na een hevigen strijd verslaan ze de Watergeuzen; onder de gesneuvelden is ook Gerrit Sebastiaansz.
Zie: Bor, I, 237; Franz, Ostfriesland und die Niederl., 47, 48, 170, 199, 200, 224, 225, 227; van Vloten, Nederl. Volksopst. (1858) I, 191, 194, 196, 324, 329; Velius, Kroniek van Hoorn, 177; Twist, Kroniek, 1270, 1271; Hagedorn, Ostfr. Handel, 296, 299, 311; Hagedorn in Emder Jahrbuch XVII (1900), 401, 403; Defensionales, 116, 121.
Vogels