1577 om Amsterdam te vermeesteren; op den terugtocht werd hij door een persoonlijken vijand lafhartig vermoord.
Zijn portret is in prent gebracht door J. Houbraken, C.W. Faurel en een onbekend kunstenaar.
Zie: Wagenaar, VI, 323; Franz, Ostfriesland und die Niederl., 162-227; van Vloten, Nederl. Volksopst. (1858) I, 160-191, 223, 303-342; ter Gouw, Gesch. van Amsterdam VI, 320, 330, 332, 369; Altmeyer, Gueux de Mer, 39, 78, 81; Bor, I, 289; Blok, De Waterg. in Engeland, 241; Marcus, Sententiën, 242, 245; van Groningen, Gesch. der Watergeuzen, 63, 129, 287; Hagedorn, Ostfriesl. Handel, 273; Snellebrand, Kerkhervorming in Hoorn, 219; Scheltema, Invent. archief van Noord-Holland, 140 v.; Smit, Den Haag in den Geuzentijd, 152; Konst- en Letterbode, 1840, II, 185, 187; Calender of State Papers, Acts of the Privy Council, VIII, 69; in het bijzonder: de papieren van Nicolaas Ruychaver, berustend in het Provinciaal Archief van Noord-Holland te Haarlem, en in afschrift in het Krijgskundig Archief van den Generalen Staf te den Haag.
Vogels