[Roghman, Geertruydt]
ROGHMAN (Geertruydt), teekenares en graveerster, volgens sommigen de dochter, volgens anderen de zuster van R. Roghman (die volgt), naar wiens teekeningen zij omstr. 1647 meestal werkte.
Prenten van haar hand zijn: moord te Bethlehem, portret van R. Roghman, twee naaiende vrouwen, keukenmeid, spinnende vrouw, naaiende vrouw, vrouw voor haard, reeks: ‘Plaisante landschappen ofte vermakelycke gesichten na 't leven geteekend door R. Roghman en gedr. bij Cl.J. Visscher’: Oude kerk te Muiderberg, nieuwe zeekant van Muiderberg, Sloterdijk aan 't Schouw, Sloterdyck a.d. westkant, Sloterkerk (2), Amstelveen, Rechthuis en Ouderkerk, Spaerwouw (2), Muiderberg, brug bij Maersen, Huis te Zuylen.
Zie: C. Kramm, De Levens en werken der holl. en vl. kunstschilders etc. (Amsterdam 1857-64) V, 1380; G.K. Nagler, Neues allgem. Künstlerlexikon (München 1835-52) XIII, 317; Ch. Blanc, Manuel de l'amateur d'estampes (Paris 1854-90) III, 350; E.W. Moes, aant. 's Rijks Prentenkabinet, afd. prenten; A.v. Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon II, 463; A.M. Hind, A short history of engraving and etching (London 1911), 306; A. Andresen, Handbuch für Kupferstichsammler etc. (Leipzig 1870) II, 391; A. Bartsch, Le peintre graveur (Vienne 1803-21) IV, 36; G.K. Nagler, A. Andresen u.C. Clausz, Die Monogrammisten etc. (München 1871-79) III, 316.
J.M. Blok