[Ripperda, Unico (4)]
RIPPERDA (Unico) (4), tot Weldam en Olidam, geb. 29 Jan. 1647, overleden (te Denekamp?) 24 April 1709, zoon van Johan (2) en van S.M. van Racsfelt.
Hij werd 2 Mei 1671 ten landdage van Overijsel geadmitteerd en werd landdrost van Vollenhove, en 25 October 1692 drost van Twenthe, welk ambt hij tot zijn dood bekleedde. Weldam maakte hij fidei commis op de h.h. Ripperda van de Leemcuil, Wassenaer van Twickel en Munster van Saurenburg. Hij overleed kinderloos en was te Oosterwijtwert gehuwd (ondertr. te Goor 14 Nov. 1686) met Margaretha Elisabeth Ripperda, vrouwe van Oosterwijtwert, overl. 23 Febr. 1738, oud 71 jaar; dochter van Gijsbert Herman en van Josina Maria Ripperda. Zij, M.E.R., hertrouwde in 1711 met Willem Hendrik Carel Ripperda tot Veenhuis, Leemcuil en Vorden, heer tot Verwolde. Deze had bij zijn eerste vrouw Anna Margaretha Ripperda tot Vorden, een voorzoon Maurits Carel Georg Willem R., die met Weldam werd beleend. Bij zijn kinderloos overlijden in 1751 kwam Weldam aan U.W. graaf v. Wassenaer.
Zie: Gesl. Aant. 191; Inventaris Farmsum, no. 499 en 511; Nederl. Leeuw XXXII, 124; Wapenheraut V, 217; XIX, 391.
Regt