Groote portugeesch-joodsche geleerden van Europa en Amerika heeft hij hier gevormd. In 1669, na den dood der stichters, werd de Jeschiba naar Amsterdam overgeplaatst, alwaar R. Josiahoe haar rector bleef. Hij fungeerde er tevens als rabbijn van ‘chonen Dalliem’ (armenzorg), en verwisselde zijn ambten in 1674 met het opperrabbinaat van Curaçao en vervolgens met dat van Jamaïca. Zijn werk is uitsluitend in handschrift bewaard gebleven in de bibliotheek ‘Ets Haim’ te Amsterdam. Daar vindt men o.a. van hem in de brievenverzameling ‘Itoer soferiem’ een briefwisseling met den amsterdamschen rabbijn Isaac Saruco en een brevet als ritueel kippensnijder aan den lateren amsterdamschen opperrabbijn Isaac Aboab da Fonséca.
Zijn zoon, David Pardo, was rabbijn van Suriname, waar hij omstreeks 1717 overleed. In 1642 was daar als eerste rabbijn Abraham de David Pardo werkzaam geweest.
Zie: Jac. Zwarts, De 17de eeuwsche Rotterdamsche leerschool Jesiba de los Pintos in Rotterdamsch Jaarboekje 1922 p. 54 vlg.; Publications of the American Jewish Historical Society No. 18, 1909, 185; Kayserling, Bibl. Esp. Port. Judaica (Straatsburg 1890), 84.
Zwarts