[Ouwejansz, Johannes Corneliszoon of Cornelii]
OUWEJANSZ (Johannes Corneliszoon of Cornelii), was deken van het dekenaat Schouwen omstreeks 1550. 1539/40 werd Johannes, filius Cornelii, Ouwejansz afgekondigd voor een vicarij van O.L. Vrouwe in het Begijnhof te Zierikzee. Eenige jaren te voren, 1529, was op het Begijnhof nog een andere vicaris Johannes Cornelii, bij de begeving van zijn vicarij bij zijn dood 1529/30, wordt deze Mr. Joh. Corn. de Lyndraeyer genoemd. De Johannes Cornelii, die 1529/30 een beneficie verkreeg in het hospitaal van O.L. Vrouwe te Zierikzee, is dus wel Joh. C. Ouwejansz. 1550/51 vervulde de deken der jurisdictie Schouwen een beneficie in het Begijnhof. 1555/56 werden ter wille van Joh. Corn. Ouwejansz, deken van Schouwen, verschuldigde benoemingsrechten kwijtgescholden. 1555/56 was de kapelanie in het gasthuis te Zierikzee, sinds 1554/55 in bezit van Joh. Corn. Ouwejansz, open door ontslag of door zijn dood.
Een Paulus Oudejansz komt voor als stichter van eene kapelanie te Dreischor, een Adrianus Augustinuszoon Ouwejansz was vicaris 1554/55 te Haamstede.
Zie: Grijpink, Register op de parochiën I, Scaldia 28, 43, 86, 87, 97, 98, 99, 100. Bijdr. bisdom Haarlem XL, 211.
Fruytier