[Oeckel, Jan]
OECKEL (Jan) of Ockel, geb. te Oosterwijk N.-Br., kanunnik van Sint Jan te 's Hertogenbosch, 1465, stichtte twee studie-beurzen ten behoeve van zijne familie of van jongelingen uit Oosterwijk, aan de universiteit te Leuven.
Hij bezat vele prebenden. Van 1477 tot ongeveer 1482, toen hij afstand deed, was hij deken van het kapittel van St. Rombouts in Mechelen. Hij behield echter zijn kanunnikdij in Mechelen tot 1506; tegen een jaarlijksche toelage van 55 rijnsche guldens deed hij er afstand van. Hij kreeg nog een kanunnikdij in O.L. Vrouwe kerk te Breda, en te Utrecht, in St. Lebuinus te Deventer, en St. Jacob te Leuven, was deken van het Kapittel te Kleef. 1477 was hij ook in het bezit van het pastoraat Waelre-Valkenswaard en Emmerik en voerde den titel van familiaris aan het pauselijk hof te Rome. Als kanunnik van Deventer stichtte hij een jaargetijde in Sint Rombouts. Schutjes meent, dat hij 14 Jan. 1519 overleed. In het necroloog van Sint Rombouts staat opgeteekend 15 Jan. 1518: Obiit Joannes Oeckele, canonicus Daventriensis.
Zie: U. Berlière, Invent. anal. des diversa cameralia des arch. vaticanes (Rome 1906) no. 719, 759, 763; J. Baeten, Verz. van naamrollen kerk. gesch. Mechelen I, 206; Schutjes, Gesch. bisd. 's Hertogenbosch II, 220, IV, 244.
Fruytier