[Ockers, Cornelius]
OCKERS (Cornelius) of Ockeri, uit Zierikzee, werd 20 Sept. 1511 in Utrecht of Wijk priester gewijd. 1515/16 verkreeg hij een vicarij in het gasthuis van O.L.V. te Zierikzee; hij behield deze tot 1531/32 toen Johannes Ockeri hem opvolgde. 1518/19 kwam hij in bezit van een vicarij te Burch; 1525/26, door afstand van den oud-deken Joannes Jacobi de Brydorp, van een vicarij aan het St. Christoforus-altaar te Zuidkerke. 1541/42 werd hij voorgedragen als pastoor op het Begijnhof te Zierikzee. Aan deze voordracht is geen gevolg gegeven.
1535/36 verkreeg Cornelius Ockeri, priester, door den dood van den deken van Zuid-Beveland, Petrus Spek, het pastoraat van een gedeelte van Ierseke, dat hij behield tot zijn dood 1547/48. 1546/47 verkreeg magister ‘Cornelius filius Ockeri, cum institutione ad decanatum’, de vicarij van St. Adriaan in Oud-Dreischer op Schouwen; hij overleed reeds het volgend jaar. Hij zal behoord hebben tot de zierikzeesche familie Ocker of Ockerse, waarvan in dien tijd verschillende leden als schepen of burgemeester optraden.
1479/80 werd in Zeeland een Cornelius Filius Nicolai Ockeri, clericus van Luik,