O.
[Obreen, Hendrik Adriaan van der Speck]
OBREEN (Hendrik Adriaan van der Speck), geb. te 's Gravenhage 4 Juni 1807, overl. te Hillegom 28 Sept. 1884, was de zoon van W.M. Obreen, secretaris bij de marine en H.C. van der Speck. Hij werd omstreeks 1827 geëmployeerde aan de Rijkswerf te Amsterdam. Bij de vorming van het korps marine-ingenieurs bij Koninklijk besluit van 24 Juli 1843 werd hij met ingang van 1 Juli te voren benoemd tot ingenieur 1e klasse. Hij was toen reeds bij zijne betrekking directeur der school van scheepsbouw te Amsterdam en werd, toen hij bij besluit van 26 Jan. 1854 met ingang van 1 Mei d.a.v. tot hoofdingenieur benoemd werd, ook in dat ambt gehandhaafd. In 1856 stelde de minister van Marine eene commissie in, bestaande uit Obreen, J.W.L. van Oordt (II kol. 1022) en C. Scheffer, ten einde na onderzoek voorstellen te doen omtrent de beste wijze, waarop een drijvend dok aan het Nieuwediep gebouwd zou kunnen worden. Obreen stelde in het verslag dezer commissie, dat hetzelfde jaar uitgebracht werd, een houten, de beide anderen een ijzeren dok voor; het advies der meerderheid werd gevolgd. Met ingang van 1 Mei 1859 werd Obreen overgeplaatst naar de Rijkswerf te Vlissingen als hoofd van het vak van scheepsbouw aan die werf. Met 1 Mei 1861, toen bepaald was, dat de voor scheepsbouwkundig ingenieur bestemde jongelieden niet meer gelijk tot dien tijd aan het Nieuwe-diep, maar aan de Koninklijke Academie te Delft zouden worden opgeleid, werd hem het onderwijs in de scheepsbouwkunde aan die inrichting opgedragen. Beide betrekkingen nam hij waar totdat hem bij Koninklijk besluit van 17 Dec. 1864 met ingang van 31 d.a.v. eervol ontslag verleend werd. Hij huwde 7 Sept. 1831 met H. Robijn, geb. in 1805, overl. 25 Jan. 1869, bij wie hij een zoon had.
Hij schreef: Verhandeling over de zamenstelling en het verband der zeilschepen (Medemblik 1842); Handleiding tot de kennis van het verplaatsen van zware lasten ('s Gravenh. 1862); Beschrijving van de timmerhoutsoorten, die in Europeesch Guiana wassen (Rotterdam 1864).
Ramaer