Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6

[Maas, Wilhelmus]

MAAS (Wilhelmus) of Masius, geb. te Leend (N.- Br.) in Mei 1588 (Foppens en Val. Andreas geven een onjuisten datum), overleed te Leuven 5 of 6 Jan. 1667. Na zijn latijnsche studiën te Maastricht, en de filosofie te Leuven, studeerde hij in de beide rechten en vestigde zich dan als advocaat gedurende 10 jaar in de stad Leuven. Hij werd belast met het geven van een cursus aan de universiteit. In 1621 besloot hij den doctorstitel in de beide rechten te behalen. Doch, waarschijnlijk wegens een verschil met de universiteit, verliet hij met Val. Andreas en Petrus Clasenius Leuven, om te Douai dien graad te verkrijgen. Zij werden naar Leuven teruggeroepen en ontvingen alle drie de eer van het doctoraat (23 Nov. 1621), nadat zij zich aan het nieuwe reglement voor het verkrijgen van het doctoraat hadden onderworpen. 1 Maart 1627 werd hem de leerstoel van het burgerlijk recht toegewezen in de plaats van Corn. de Paep; na diens dood in 1628 volgde hij hem op als leeraar van de digesten. Dezen leerstoel bekleedde hij 38 jaar, tot zijn dood (1667). Hij was tweemaal gehuwd geweest, eerst met Antonia Robaux, overl. 1620, weduwe van Dr. Corn. Sylvius,

[p. 982]

later met Anna Goossens, die hem 9 maanden overleefde. Beide huwelijken waren met kinderen gezegend. Hij gaf te Leuven twee werken over het recht uit. Het eerste in 1629, waarvan een tweede editie in 1641 het licht zag, het andere in 1653; beide worden uitvoerig vermeld door Paquot. Masius, professor ten tijde van de hevige geschillen te Leuven over het boek van den befaamden Jansenius, ofschoon eerst een der heftigste tegenstanders der Jansenisten, nam later ijverig hunne partij op.

Zie: Val. Andreas, Fasti Academici (Lov. 1650) 156, 207; Paquot, Mémoires Litt. VIII, 143-146; Foppens, Bibl. Belg. I, 415; Biographie Nationale XIII, 134; Analectes hist. eccl. XL (1914), 120 en vv.

Fruytier