[Maarssen, Joseph ben Jacob of Jokef]
MAARSSEN (Joseph ben Jacob of Jokef), zoon van Mozes Levi Hamburg, geb. te Amsterdam in 1692, overl. aldaar 1730. Deze bekende publicisten uitgever in de jiddische of joodsch-duitsche literatuur leverde in het begin der 18de eeuw uitsluitend vertalingen van populaire geschriften. In 1707 gaf hij op last van Jacob Mozes Levi, die met een dochter van Jacob ben Meier Maarssen gehuwd was, een vertaling uit het hollandsch over de troebelen te Amsterdam van 1696 uit, Ein Beschreiboenk fon de Rebelirei zu Amsterdam (Amsterdam 1707). Daar de uitgeverstaak hem alleen te zwaar viel, nam hij Joseph Bendin (Ben Joseph) Mendel, welke in 1713 van rabbijn Levi een diploma voor hebr. currentschrift verwierf, als compagnon. Beiden bezorgden nu Chanoch le Nangar, een jiddisch brievenboek, waaraan een opgave van meer dan honderd latijnsche, fransche en duitsche woorden is toegevoegd (Amst. 1714-15). Een tweede deel verscheen met medewerking van zijn broeder David onder den titel Leschon Zahab met den neventitel Michtam le David (Amst. 1714/15). In compagnieschap met den genoemden Joseph Bendin en met Levie ben Mozes (Hirsch) Brizebrszezyn (Schebrschiu) gaf hij, nadat hij in 1714 een hebr. letterproef had uitgegeven, Tikoen Socharien wetikkoen Chaloefiem, een handelsboek, in het licht, dat de typographie van de Maarssen's op zijn best vertegenwoordigt (1714). Mozes kon de gunstige resultaten der onderneming om financieele redenen niet afwachten en liet haar aan zijn broeder David over, die zich ernstig van deze taak kweet. Het derde deel, dat beloofd werd, is blijkbaar nooit verschenen. In 1712 vertaalde Joseph ook een hollandsch werkje over Jozuah ben Sichach, dat hij
blijkens de aanteekening op eigen kosten drukte (Amst. 1712). In dit genre had hij ook reeds in 1710 zeven verhalen uit Boccaccio's Decamerone vertaald en uitgegeven onder den titel Scheine Artliche Geschichten (Amst. 1710). Hij adverteert in dit werkje ook, dat bij hem allerlei duitsche en joodschgodsdienstige boeken voor billijken prijs te verkrijgen zijn; blijkbaar was hij dus ook boekhandelaar.
J. van Maersen, ‘Joode schoolmeester’ in den Haag, wellicht dezelfde man, gaf in 1728 bij den haagschen boekverkooper en boekdrukker Cornelis van Zouten een Joods A.B.C. Boek uit ‘seer nut ende bequaem voor de jonge jeugt der selver natie, vertaelt uyt den Hebreeuse orginele’. Het bevat de Tien geboden, de 13 geloofsartikelen en Sjemagebed en is curieus, als eerste poging om joodschen kinderen in Nederland Nederlandsch te leeren en niet het toen gebruikelijke Joodsch- Duitsch (S. Seeligmann, Het geestelijk leven der Hoogduitsche Joodsche gemeente te 's Gravenhage, aldaar 1914, 17 afbeelding p. 40).
Zie: Jac. Zwarts, Hoogduitsche Joden te Maarsseveen, Bijdragen tot de Gesch. der Joden in Nederland, I, vermoedelijke eerste vestiging en de familie Maarssen in het Centraal Blad voor Israël. in Nederl. van 1 en 8 Oct. 1920, jrg. 36, no. 30 en 31.
Zwarts