Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6

[Luytelaar, Petrus]

LUYTELAAR (Petrus), priester, geb. te Maarheze bij Eindhoven, 14 April 1638, overleed 3 Mrt. 1715 te Mechelen. Hij was student in de godgeleerdheid, toen hij besloot regulier-kanunnik te worden in de proosdij van Hanswijk te Mechelen; 1662 legde hij aldaar de kloostergeloften af. Eerst was hij als kapelaan werkzaam in de parochie Hanswijk, daarna als subprior en vervolgens 20 Aug. 1676 als prior of proost van het klooster. Hij was tevens tot pastoor aangesteld der parochie Hanswijk. Gedurende 28 jaar werkte hij onvermoeid aan den bloei van het klooster en der parochie. Hij voltooide de thans nog bestaande koepelkerk, gebouwd door den kunstenaar Luc. Fayd' Herbe, en besteedde zooveel hij kon om haar van de noodige kunstsieraden, snij- en beeldwerk te voorzien, welke thans nog de aandacht trekken. 1681 begon hij een kloosterbouw, wijl zijne kanunniken slechts twee burgerhuizen tot woning hadden. Diep betreurd door zijne medebroeders, die in het doodsbericht zijne voorzichtigheid en zijne vaderlijke zorg met de hoogste loftuitingen roemden,

[p. 978]

werd de proost begraven voor het hoogaltaar der kerk. Zijn grafschrift vermeldt van den Eynde, Prov. en distr. Mechelen opgehelderd I, 395 en Baeten. 1689 had de prior een groote schilderij laten maken door den schilder Jan Michiel Coxie, waarop zijn portret met dat van negentien zijner religieuzen. Na de opheffing van het klooster, 1784, door keizer Jozef II, werd dit schilderij door iemand gekocht, die de hoofden der portretten uitsneed en deze als afzonderlijke schilderijen verkocht aan kunstschilders.

Zie: G. van Caster, Hist. du prieuré de N.D.d' Hanswyck de la congrégation du Val. des Ecoliers de Malines (Mal. 1888), 17-22, 41-42 94-96; J. Baeten, Verz. van naamrollen betr. kerk. gesch. v. Mechelen I, 88-90.

Fruytier