Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6

[Loghem, Hendrik van (1)]

LOGHEM (Hendrik van) (1), geb. te Deventer 23 December 1774, overl. aldaar 6 April 1843, was de zoon van Hendrik van Loghem en van Maria Elisabeth Hofkes. Hij huwde te Deventer 28 Aug. 1803 Maria Elisabeth Jordens (geb. te Deventer 25 Nov. 1776, overl. aldaar 2 Maart 1855, dochter van Mr. Gerhard David Jordens en van Elisabeth Mechteld Louis). Kort na de restauratie tot secretaris van Deventer benoemd, vervulde hij deze functie tot 1833.

Van hem zagen verscheiden bundels gedichten het licht, die zich evenwel nimmer boven het middelmatige verheffen. Ook het verbeteren van den volkszang had zijne belangstelling.

Van zijn hand verschenen: Gedichten 1e dl.

[p. 961]

(Amsterdam 1808); Mengeldichten (Haarlem 1809); Gedichten (Amsterdam 1816); Nieuwe mengeldichten (Deventer 1819); Twaalf liederen voor 3 zangstemmen gezet door G.W. Röhner (Dev. 1821); De harmonie in het heelal en andere gedichten (Rotterdam 1821); Proeve van liederen in twee stukjes (1825); Het begraven van lijken binnen steden en dorpen, dichtstukje (Dev. 1826); Poëzie (2 dln. Dev. 1826); Nieuwe Gedichten (Dev. 1828). Van der Aa schrijft hem ten onrechte nog eenige andere geschriften toe; deze zijn van zijn gelijknamigen zoon, die volgt.

H. Kronenberg