[Limborgh, Hendrik van]
LIMBORGH (Hendrik van), schilder en etser, werd geboren te 's Gravenhage 6 Maart 1682, en stierf aldaar 3 Febr. 1759; hij was eerst leerling van J.H. Brandon, toen van R. Duval, van J. de Baen en ten slotte van A.v.d. Werff in Rotterdam, wiens werken hij navolgde; hij schilderde historische, mythologische en allegorische voorstellingen. Zijn nalatenschap werd 17 Sept. 1759 verkocht. De Universiteitsbibliotheek te Amsterdam bezit de briefwisseling tusschen hem en Lambert ten Kate over de proportie der ‘menschelijke leden en de harmonie enz. in dag en schaduw’ van 13 Dec. 1706-5 Febr. 1712 (hierbij ook een briefwisseling uit 1725). Deze eerstgenoemde briefwisseling is van groot belang voor de kennis van den kleurendruk, daar er sprake is van kleurencombinaties, zooals J.C. Leblon, die samenstelde. 's Rijks Prentenkabinet bezit ook nog een notitieboekje van H.v.L.
Schilderijen van zijn hand bevinden zich te Amsterdam, 's Rijks museum: zelfportret, herder, Amor en Psyche, spelende kinderen; Rotterdam, Mus. Boymans: Achilles door Ulysses herkend; Budapest, Museum: oordeel v. Paris, Apollo en de muzen; Dresden, Museum: Venus en Amor; Parijs, Louvre: rust van de H. familie, het gouden tijdperk; Leiden, Lakenhal: portretgroep van twee kinderen als herder en herderin.
Teekeningen van zijn hand bevinden zich te Rotterdam, Mus. Boymans: vrouwenbeeld; Amsterdam, 's Rijks Prentenkabinet: de waarheid.
Prenten van zijn hand zijn: Hercules en Lychus, Pandora, het gezicht. Naar zijn ontwerp graveerden: P. Tanje, P. van Gunst, J.G. Seiller, E. Lingée, Guerin, Muxel.
Hij schilderde verscheiden zelfportretten in 1700 en volgende jaren, waarvan een (1708) in het Rijks museum te Amsterdam en een in de verz. Camberlyn d'Amongies te Brussel. Een prent van zijn portret vervaardigde P. Tanje.
Zie: E.W. Moes, aaateekeningen 's Rijks Prentenkabinet. afd. schilderijen, afd. prenten; J.v. Gool, De nieuwe Schouburg der nederlantsche Kunstschilders etc. (den Haag 1750) I, 426; Annales du Musée XV, 43, sec. ed. II, 35; Gal. Lebrun II; Gal. Leuchtenberg, 145; J.Ph.v.d. Kellen, aant. 's Rijks Prentenkabinet; A. Houbraken, De grote Schouburg der nederlantsche konstschilders en schilderessen etc. (Amst. 1718-29) III, 402; J.C. Weyerman, De Levensbeschrijving der Nederlantsche Kunstschilders (den Haag 1729) IV, 70; R.v. Eynden en A.v.d. Willigen, De geschiedenis der Vaderl. schilderkunst sedert de helft der XVIIIde eeuw (Haarlem 1816-42); C. Kramm, De Levens en werken der holl. en vl. kunstschilders (Amst. 1857-64) IV, 984; A.v. Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon II, 52; Briefwisseling tusschen v.L. en L. ten Kate in de Universiteitsbibliotheek te Amsterdam (zie boven).
J.M. Blok