Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6

[Liebaard, Cornelius in den]

LIEBAARD (Cornelius in den), in Leopardo, Lubberti of Cornelis Claysz., priester en deken, geb. in de tweede helft der 15e eeuw te Middelburg, ontleent zijn naam aan zijn huis ‘de Liebaard’, reeds bekend in 1389/91, dat 1481 het eigendom was van zijn vader Clais Willemszone en 1524 in zijn bezit was (thans is daarin gevestigd de zaak van Vroom & Dreesman). Clais Willemszoone was fabriekmeester der kloosterkerk en notaris te Middelburg. 1484/85 werd de priester Corn. Lubberti bevestigd in de vicarij van O.L. Vrouw te 's Heerhendrikskinderen in Zuid-Beveland; 1489/90 werd deze vicarij opnieuw vergeven door afstand van Cornelius Liebaert. 1492/93 werd hij bevestigd in de vicarij van O.L. Vrouw te Kleverskerke. 1489/90 verviel aan hem de begeving van eene vicarij in de Noordmonster of St. Pieter en 1493/94 staat hij in voor de betaling van de rechten eener benoeming in de Westmonster of St. Martinus te Middelburg. 1497 komt Corn. Liebaert voor als rentmeester der abdij Echternach voor de bezittingen in Zeeland. 24 Dec. 1497 werd hij voorgedragen als pastoor van Geersdijk. 15 Febr. 1498 had de afkondiging plaats en 16 Maart daarop gaf men bevel tot zijne bevestiging. Zijne benoeming werd betwist en het kwam tot een proces in Rome. Na een dubbele uitspraak

[p. 949]

kwam hij in het rustig bezit (Fruin, Archief O.-Lieve Vrouw abdij, Reg. 1081, 1084, 1087, 1089). 10 Febr. 1500 komt Corn. Liebaard voor als deken van Walcheren (hetzelfde Reg. 1117), tevens was hij provisor. Waarschijnlijk bekleedde hij dit ambt reeds eenige jaren, vandaar dat hij verschillende beneficies verkreeg op Walcheren, Schouwen en Beveland of wel de begeving daarvan rechtens aan hem verviel. Menigmaal werden hierom door zijne tusschenkomst de rechten, te betalen bij eene benoeming tot een kerkelijk beneficie, verminderd of bleef hij borg voor de betaling. Hij was ook kanunnik van Sint Maarten of Westmonster. 1501/02, verkreeg Cornelius Libaert, kanunnik van Sint Martinus te Middelburg, de bevestiging van het pastoraat te Schellach op Walcheren. Bisschop Frederik van Baden begiftigt 6 Nov. 1563 meester Cornelis Nicolaasz in den Lybaet met eene kapelanie te Zoutelande, Walcheren. 1504 werd hij ingeleid als deken van de collegiale Westmonsterof St. Martinuskerk te Middelburg. Hij komt als dusdanig voor in een schepenbrief 10 Maart 1504/5. Datzelfde jaar deed hij afstand van eene vicarij te Nieuwwerve. 1505/06 verkreeg hij, deken van St. Martinus en provisor van Walcheren, een vicarij in het nonnenklooster te Emelisse, N.-Bev. Omstreeks dien tijd nam hij ontslag als deken van Walcheren, want bij de collatie der parochie Welzinge, die aan hem vervallen was, betaalde hij niets ‘quia olim decanus jurisdictionis et specialis amicus reverendissimi’. Omstreeks dien tijd, 1510, komt als decanus jurisdictionis van Walcheren voor Joannes Simonis. 1514 geeft mag. Cornelius een vidimus van een bul van paus Innocentius VIII. Uit Register op de parochiën en altaren blijkt het jaartal van zijn overlijden niet. 1522/23 belooven magister Cornelius in den Liebaart en D. Joan. de Gock in te staan voor de betaling der verplichtingen bij de benoeming van een pastoor te Burch, Schouwen. Hetzelfde jaar gaf Corn. in den Lybaert nog vergunning om te timmeren en te metselen in en aan den gevel van zijn huis, den Liebaert, bij den opbouw van het vleeschhuis der stad.

Zie: Grijpink, Register op de parochiën, vicarieën en altaren (Amst. 1914) I, Wallacria 29, 33, 43, 73, 77, 92, 105, 114, Zuid-Beveland 53, Scaldia 18; Archief Zeeland, 1904, 70, 81; Zelandia illustrata I, 306; Bijdragen bisdom Haarlem VI, 460.

Fruytier