[Leuven, Antonius van]
LEUVEN (Antonius van), geboortig uit Utrecht, Benediktijner-abt der abdij St. Mathias te Trier, gekozen 24 of 25 Aug. 1484, overleed aldaar 23 Maart 1519. De annalen van Trier spreken met den grootsten lof van dezen geleerden en deugdzamen abt, die door zijne groote verdiensten op alle wijze zijne voorgangers overtrof. Om het kloosterleven in zijne abdij te doen bloeien, nam hij vele jongelingen aan uit de Nederlanden, allen van grooten aanleg en deugd en die reeds den graad van meester in de vrije kunsten behaald hadden. 1488 zat hij als president het kapittel van de Benedictijnen der provincie Keulen-Trier voor, gehouden in de abdij St. Pantaleon te Keulen. Voor den bloei zijner congregatie van Bursfeld ijverde hij zeer, zonder zijn eigen abdij te vergeten. Hij vernieuwde er de abdijgebouwen, versierde bijzonder de kerk, waaraan hij een nieuw koor bouwde, dat thans nog met zijn fraai gewelf bewondering wekt, en vermeerderde de bibliotheek, welke hij had ingericht. Het verlaten klooster St. Germanus te Trier, aan zijn abdij St. Mathias afgestaan, richtte hij in tot een gymnasium voor jonge studenten. 1511 assisteerde hij bij de wijding van den abt van Gembloux, welke in St. Mathias-abdij plaats had. Hij was een vriend van zijn landgenoot Erasmus.
Zie: Gallia Christiana XIII, 518, 550: Gab. Bucelinus, Germania sac. et prof. (Ulm 1562), II, 226; Revue Bénédictine XVIII (1901), 382; Stud. und mittheil. Cist. und Ben. Ord. VIII (1887), 350; Casp. Bruschius, Monasteriorum Germaniae chronologia (Sulzbaci 1682), 449.
Fruytier