[Lemgau, Isaac ben Salomo]
LEMGAU (Isaac ben Salomo), of Lemming, opperrabbijn van Groningen, werd als zoodanig in 1800 beroepen als opvolger van den in 1798 overleden Hartog Glogau. Slechts één jaar heeft hij dit ambt uitgeoefend; in 1801 overleed hij en werd toen door Samuel Berenstein, den lateren grand rabbin en opperrabbijn van Nd. Holland en Utrecht (kol. 100) opgevolgd.
Rabbi Lemgau schreef een commentaar op de Tosefta in hebreeuwsch currentschrift, welke nog in hs. (3 dln.) in de Bibliotheca Rosenthaliana te Amsterdam berust. Hij voltooide dit werk, waaraan hij ruim 25 jaar gearbeid heeft, kort voor zijn overlijden. Isaac ben Mordochai Lemgau probeerde tevergeefs het werk van zijn oom ter perse te leggen. In 1811 vestigde Abraham Prins uit Alkmaar hierop nogmaals de aandacht aan het slot van zijn uitgave Likoetei Tsewie, alwaar hij een proeve van bewerking gaf, evenwel zonder resultaat.
Zie: I. Mendels, De Joodsche Gemeente te Groningen (Groningen 1910) 81 en Bijlage 1; J.M. Hillesum, De Bibliotheca Rosenthaliana, een keur uit de Handschriften en Boeken (Amsterdam 1919) 5, no. 2.
Zwarts